Independent scholar, cat addict, tattoo lover

blog/essay

Het zijn drukke tijden voor universiteiten. Of eigenlijk, voor onderzoekers die op universiteiten werken. Het schijnt er niet erg prettig te zijn als ik af moet gaan op de boeken die ze schrijven, de artikelen waaraan ze meewerken, de congressen die ze organiseren, en dat allemaal over hetzelfde thema: de crisis van de academicus. Zo vertaal ik het maar even. Het betekent dat de onderzoeker zijn werk niet meer kan doen, en dat was vroeger wel anders.

“Wetenschap is topsport”, zei VSNU-voorzitter Karl Dittrich op de Wetenschapseditie van het NRC Carrière Café “Te slim voor de arbeidsmarkt” afgelopen 10 juni, georganiseerd samen met AcademicTransfer. Gastheer en nrc.next-chef Hans Nijenhuis nam de pass over: “Ik kan aardig voetballen, maar ik ben geen Messi en (tegen de zaal) u misschien ook niet.” Het is echter de vraag of die topsport-metafoor past.

Op 1 juli 2013 was Community of Talents gastgemeenschap van een event getiteld ‘Power to the people.’ Als onderzoeker van de zwerm van Campus Orleon was ik daarbij aanwezig en heb ik bij verschillende open spaces mijn oren en ogen de kost gegeven. Dit essay is een verslag van mijn impressies, waarbij ik de gelegenheid neem om door te borduren op wat me destijds opviel. Dat leid ik in aan de hand van onderstaande twee foto’s.

Toen ik de aankondiging van het project Ware Wetenschap van De Volkskrant zag, was ik in eerste instantie verheugd dat een krant de moeite nam om voor haar lezers de black box van de wetenschap open te maken en hen een blik te gunnen op wat er gebeurt tussen de start en het einde van een onderzoeksproject.

Er schijnen “heftige discussies” te woeden over de uitlatingen van prof. dr. Onno van Schayk aangaande een voor hem als wetenschapper onverklaarbare, maar als gelovige verklaarbare genezing aan een been. Als ik zo eens op internet speur, dan lijkt me “heftige discussies” een overdreven kwalificatie voor het gesprek dat erover gevoerd wordt.

8 maart was een bijzondere dag. Internationale Vrouwendag natuurlijk, maar voor mij persoonlijk was belangrijker dat het de 68ste verjaardag van mijn moeder zou zijn geweest, ware het niet dat ze in 2004 onaangekondigd en ineens zomaar dood was. Vrouwendag is in het leven geroepen om aandacht te vragen voor de hachelijke situatie van vele vrouwen en de mensenrechten van alle vrouwen. Hoewel geboren op Vrouwendag, had mijn moeder weinig op met het feminisme. Misschien omdat ze er de noodzaak niet zo van in zag; ze kwam uit een nest met veel ondernemende vrouwen, mijn oma incluis.

Ineens begreep ik de opluchting die een diagnose kan geven: het verklaart iets en je weet beter waar je aan toe bent. In mijn geval is het de hazelaar, die volgens de Keltische boomhoroscoop mijn levenswandel tekent. Ik kwam er toevallig achter op de Floriade, waar ik met m’n lief en schoonmoeder was. Een grote cirkel met verschillende bomen, daarbinnen twee cirkels met gladde stenen; op de binnenste stonden geboortedata, op de buitenste een kenmerk. En ja hoor, daar lag hij, 26 maart, te wijzen naar “een wellustig pionier” en in de verte een hazelaar.

“we did experiment 2 because we didn’t know what the fuck to make of experiment 1 #overlyhonestmethods”. Met deze tweet van 7 januari ontketende dr_leigh een trending toppic in de wetenschappelijke wereld. Duizenden wetenschappers biechten sindsdien hun kleine foutjes aan Twitter op.

With the rise of the accountability credo came the question of value and the need to somehow define it. These days, value is mostly considered in terms of valorization. Valorization “encompasses all activities that contribute to ensuring that the outcomes of scientific knowledge add value beyond the scientific domain” (Benneworth and Jongbloed 2009:567). It involves making academic output broadly available and accessible outside academia as well as the co-production of knowledge with non-academics.

Beste Sint, U hebt wat af te rijmen deze dagen voor pakjesavond en zult het wel razend druk hebben. Ik help u daarom graag op weg met de gedichten voor onderzoekers door u te wijzen op het prachtige rijmwoord waar de commissie Levelt deze week mee kwam: slodderwetenschap.

De drempel naar ons wetenschappelijk onderwijs is laag. Nog nooit hebben zo veel mensen hun entree gemaakt op de universiteit en velen ook verlaten de universiteit met een titel op zak. Een klein, maar groeiend aantal gaat als promovendus verder met onderzoek. Van hen hoopt 95% op de universiteit een baan te vinden, terwijl er is slechts plek is voor 20%.

“This book is intended as an introduction to a new way of looking at knowledge as a shared resource, a complex ecosystem that is a commons—a resource shared by a group of people that is subject to social dilemmas”, is the opening line Charlotte Hess and Elinor Ostrom wrote in their Understanding Knowledge as a Commons. From Theory to Practice (2011, The MIT Press).

If 80 percent of all PhDs leave the university, then there must be more PhDs outside of the university than inside.If there are more academically skilled people outside of the university than inside, then the academic potential of a society is larger than the academic potential contained within universities.It was this simple line of reasoning that made me realize that if a society faces a difficult problem, then it would make sense to mobilize its full problem-solving capacity.

Een opstel over open innovatie wordt snel, als we niet oppassen, een verhaal met veel open deuren. Weten we immers niet al lang dat twee meer weten dan één, dat een gewaarschuwd mens voor twee telt en dat een ongeluk nooit alleen komt? Sloterdijk schrijft in Sferen dat de principiële grondstof van ons bestaan de dyade is, elders beschreef ik het zelf als de minimale-twee-heid. En daar ligt dan ook volgens mij de kern van open innovatie: de ontworsteling aan het idee van individualiteit.

Op 25 en 26 augustus bezocht ik het door de Baak, NVO2 en de Ooa georganiseerde Learning Lane. Een bezoek aan de workshops Deugden en Zonden van Leiderschap leverde vooral een verzameling ingrediënten op, maar geen samenhangend geheel. Een goede aanleiding om eens bij deugden en zonden stil te staan. Het klassieke rijtje zonden - hovaardigheid, nijd, traagheid, gierigheid, onkuisheid, gramschap en gulzigheid - biedt voldoende basis voor een overpeinzing over zondig leiderschap, alhoewel in mijn ogen in dat rijtje de grootste zonde van een leider ontbreekt: domheid.