
Op 1 juli 2013 was Community of Talents gastgemeenschap van een event getiteld ‘Power to the people.’ Als onderzoeker van de zwerm van Campus Orleon was ik daarbij aanwezig en heb ik bij verschillende open spaces mijn oren en ogen de kost gegeven. Dit essay is een verslag van mijn impressies, waarbij ik de gelegenheid neem om door te borduren op wat me destijds opviel. Dat leid ik in aan de hand van onderstaande twee foto’s.
De zwerm en de vogel
Om de locatie van het event, Dialogues House van ABN Amro, te betreden, moest je door een tunnel. Deze was beschilderd met een tafereel van de zee. De foto links laat een surfer in actie zien, omringd door vliegende meeuwen met op de achtergrond enkele uit het water omhoog stekende palen. In deze foto staat de dynamiek centraal. De surfer trekt de aandacht van de meeuwen. Surfer en meeuwen maken gebruik van dezelfde windkracht om vooruit te komen; ze delen de energie.
De foto rechts vertoont een meeuw in ruste met op de achtergrond een rund, een zeilboot en een ruiter te paard. Hier staat de dynamiek op de achtergrond en de meeuw heeft zich ervan afgewend.
Ik heb deze foto’s gekozen omdat ze veelzeggend zijn voor mijn eigen onderzoeker-zijn die bewuste 1 juli. Om de een of andere reden lukte het me niet goed om uit te vliegen en bleef ik als de zittende meeuw rechts, slecht half gewaar van wat er allemaal gebeurde. Waarom was dat? Door hierover na te denken en met de andere vogels van de zwerm uit te wisselen, werd me duidelijk dat ik – zonder hier al te magisch over te willen doen – ‘iets’ had opgepikt dat moeite had om zijn weg naar mijn vocabulaire te vinden, maar dat in de reflecties wel een talige vorm kreeg. Wat was me dan opgevallen? Om een begin met dat verhaal te maken, ga ik terug naar mijn aantekeningen van die dag.
Mijn observaties
Ik had mijn aantekeningen in mijn schrift opgedeeld in elf hokjes en neem ze hieronder over zoals ik ze destijds heb opgeschreven.
Tijdens de open space van het zwermonderzoek zelf heb ik het volgende opgeschreven:
- tijd en energie om in eigen initiatief te steken; waar je hart ligt, wil je je hard voor maken (idealisme én zakelijkheid)
- hybriditeit van verschijnselen als essentie? waarden verschijnen in ’n ethisch verantwoord gesprek over ethische vraagstukken → ’t vermogen om dat te doen, lerend daarin te zijn, onderzoekend, eigen voorbeeld zijn
Zo bij elkaar gezet lijken het wat betekenisloze krabbels. Pas door de uitwisseling in de zwerm na afloop, begonnen die krabbels mijn verhaal te vertellen. Ik merkte ook pas toen, dat het door de programmering uitblijven van de uitwisseling tijdens het event zelf een gemis was; we konden niet samen onderzoeken als zwerm noch als deelnemers.
Mijn reflecties
Zo terugkijkend naar mijn eigen notities, merk ik dat ik weer, net als toen, blijf haken op ‘macht’, het ‘power’ uit de titel van het event. Hoewel ik veel heb opgeschreven over ‘samen’, ging naar mijn gevoel dit event van initiatiefnemers met name over ‘eigen’, de start vanuit jezelf, de wil het groter te maken dan jezelf en het aanlopen tegen de grens die de ‘ander’ (ook vaak initiatiefnemer) daarbij vormt. Maar als iedereen initiatiefnemer is en zijn eigen wereld bouwt, dan hebben we straks een verzameling werelden die als het schuim is zoals Peter Sloterdijk in zijn laatste deel van de trilogie Sferen (Boom, 2009) verwoordde. Het ‘samen’ was eerder dat wat gezocht werd vanuit een ‘eigen’ initiatief (object) dan de eenheid van onderzoekers die vanuit eigenheid uitwisselden (subject).
Door de veelheid aan de initiatieven werd er weliswaar een rijkdom aan initiatieven zichtbaar, maar door de concreetheid ervan was het vaak ook kwetsbaar voor de keuze van de deelnemers: wilden zij zich er wel of niet aan verbinden? Anders dan Julien Haffmans (in deze bundel) was ik niet ook aanwezig als consument en vond ik het moeilijk om me aan de initiatieven, hoe charmant ook, te verbinden. Bovendien leidde het positioneren van het initiatief vaak tot vragen als ‘hoe kan ik de ander …?’ met op de … een werkwoord als ‘zo ver krijgen om te’, ‘enthousiasmeren voor’, ‘stimuleren om te’ et cetera. Daar sprak, in weerwil van de titel, ook een zekere machteloosheid uit en dat is waarschijnlijk wat me zo terneergeslagen heeft.
The people and the person
Het is mooi dat veel mensen initiatieven nemen, aan elkaar zichtbaar maken en op zoek zijn naar ondersteuning; dat er zo veel mensen zijn die zich hard willen maken voor waar hun hart ligt. Wat dat betreft was 1 juli een geslaagde dag en ik merkte ook dat er energie stroomde door Dialogues House, alleen voelde ik diezelfde energie niet. Het was een soort maak- en help-energie die erg persoonsgericht was. Ik kon me er daarom niet goed aan verbinden; niet omdat ik niet wil maken en helpen, maar omdat de energie zo vraaggericht aan de initiatieven en hun nemers gebonden was – in die zin had de titel van de dag beter ‘Power to the persons’ kunnen zijn – terwijl ik op zoek was naar een verbindende en overstijgende energie – eentje waar ‘Power to the people’ aan refereert. Het is het verschil tussen de eerste en tweede bullet hierboven: je hard willen maken voor waar je hart ligt is een individuele ambitie, een ethisch verantwoord gesprek over ethische vraagstukken is een gedeelde ambitie. Zonder gedeelde ambitie blijft macht iets wat je nodig hebt om een ander te bereiken zodat je je doel kunt verwezenlijken; met gedeelde ambitie is de ander al bereikt, ben je samen deel van een groter geheel en wordt macht een eigenschap van een sterk en overtuigend verhaal. Dat vraagt meer dan alleen initiatiefnemers. ‘Power to the people’ vraagt ook om schakels die het verhaal tussen initiatiefnemers weten te weven.
Omdat ik het zwermonderzoek an sich bij uitstek een geschikte vorm vind om naar aanleiding van een event te komen tot een verhaal waar het event in past – de vogels die waarneming ter plaatse verbinden aan een groter geheel – zal ik hieronder een poging wagen dit verhaal te doen.
Power to the people
Tijdens de Nacht Van De Nieuwe Macht (waar Campus Orleon ook een zwermonderzoek deed[1]) sprak Bas Haring over de wereld veranderen. Met dat je er bent, verander je de wereld al; maar ga je doelbewust de wereld veranderen, dan zul je merken dat dat vaak niet zo gaat zoals je wil. Kijk je echter na dertig jaar terug, dan is de wereld best wel veranderd en zul je beseffen dat je daar een aandeel in hebt gehad, hoe klein ook. Buiten die opmerking overheerste echter ook op dit event de vraag: ‘hoe kan ik de ander …?’ Er is een grote wil om te veranderen, omdat veel mensen menen en merken dat het er in de wereld nog niet optimaal aan toe gaat. Wat abstracter geformuleerd: de mens wil zijn wereld naar zijn hand zetten en daar bij voorkeur in positieve zin in opvallen, een eigen voetstap achterlaten, omdat de mens ertoe wil doen. Kijken we naar de concrete manifestaties van die wil, dan zien we dat er veel verschillende manieren gezocht worden om de wereld naar de hand te zetten en ertoe te doen, omdat mensen verschillen in hun waarneming van de wereld en hun vermogen om daarin van betekenis te zijn. Dat abstracte niveau van willen is kenmerk van de universele mens, die concrete manifestatie ervan van de unieke mens. Tussen beide niveaus beweegt zich de lokale mens.[2] We fixeren ons vaak op verschillen (niveau van unieke mens), maar hebben veel meer met elkaar gemeen dan dat we onderling verschillen (universele mens). De lokale mens is in staat een evenwicht aan te brengen tussen universeel en uniek door over individuele verschillen heen te kijken met een met anderen gedeeld referentiekader. Dat kader is deels keuze, deels biologisch en deels cultuurhistorisch ingesleten. De mens is zo een hybride tussen universeel en uniek, geijkt door zijn lokale context.
We hoeven de ander niet te bewegen, want die is, net als wij, al in beweging. We hoeven alleen de bewegingen te zien en ons met ons initiatief aan te sluiten bij de beweging van onze voorkeur. Daarin zijn we zelf onze verbindende factor. Tussen ‘human kind’ en ‘individual’, tussen de universele en unieke mens, ligt het domein van ‘people’, de lokale mens die zich deel voelt van. Daar ligt de sleutel voor opschaling als we onderzoekend met elkaar in gesprek blijven over wat ons beweegt en wat we daarin gemeen hebben.
Er is nu deels een diffuse massa van veranderingsgezinde individuen en organisaties, en deels een ‘people’ die daaruit zichtbaar wordt door dat gesprek. In dat gesprek – bijvoorbeeld in de LinkedIn groep naar aanleiding van het event van 1 juli – wordt gezocht naar gedeelde definities, modellen, logica’s, waarbij opvalt dat ook hier gereageerd wordt vanuit de mentaliteit van unieke mens. Dit is een constructieve fase die duidt op de wil om te delen – net als het eraan voorafgaande event zelf. Energie is er dus genoeg. Kan die gebundeld worden en verbonden worden met de wereld buiten de Community of Talents? De nieuwe toekomst waarover tijdens het event gesproken is, is afhankelijk van hoe we ons in deze fase weten te ontwikkelen en wat we daarvan leren. Kunnen we ons als initiatiefnemers opnieuw uitvinden? Kunnen we als initiatiefnemer ook schakel zijn voor elkaar?
Wellicht weten we over dertig jaar meer, maar we kunnen nu al beginnen aan een antwoord door hier onze aandacht op te richten, dus door het als initiatiefnemers te onderzoeken. Onderzoekende initiatiefnemers kunnen als ‘people’ behoorlijk wat ‘power’ inzetten en mobiliseren.
--
[1] Download het rapport hier.
[2] Antropoloog Donald Brown doet onderzoek naar zogenaamde universals; meer hier. De termen ‘universele mens’, ‘unieke mens’ en ‘lokale mens’ zijn van hem. ‘Lokale mens’ vat ik hier niet geografisch op, maar narratief, verwijzend naar het verhaal waarbij de mens wil horen.
Basten (2013). Power to the person. Essay in het kader van zwermonderzoek “Opnieuw organiseren van ons groothuishouden”.