Independent scholar, cat addict, tattoo lover

burgerschap en bestuur

Tussen 2000 en 2002 deed ik als post-doc onderzoek naar actief burgerschap in het kader van het EU fifth framework project Education and Training for Governance and Active Citizenship in Europe (ETGACE). Voor die tijd had ik nooit zo nagedacht over burgerschap en bestuur, daarna liet het me als thema niet meer los. Hoe verloopt besluitvorming in onze samenleving eigenlijk? Wie is op grond van welke criteria bevoegd om te beslissen over anderen?

De verbinding is gelegd en onderzoek staat midden in de samenleving. Het was even wat heen en weer schuiven met budgetten en een licht door elkaar rammelen van attitudes, maar nu kan dan elke professional, beleidsmaker of geïnteresseerde burger net als elke wetenschapper deelnemen aan bestaande onderzoeksgroepen of nieuwe onderzoeksgroepen starten. Waar voorheen onderzoek vooral voorbehouden was aan wetenschappers en instituties, verbinden nu nieuwe groepen onderzoekers de productie van kennis met het oplossen van vraagstukken in de samenleving. Dat heet sinds kort publiek onderzoek.

Hallo. Ja, u daar. Degene die over de schouder van de geadresseerde van deze nieuwsbrief mee leest. Ik weet dat u er bent. Dat heeft diegene me namelijk verteld. Ik richt me nooit rechtstreeks tot u, want ik ken alleen de geadresseerde. Maar bij deze: welkom in de CO Times lezerskring! Goed om te horen dat deze nieuwsbrief ook buiten mijn eigen adressenlijst aftrek vindt. Ik doe daar in elk geval steeds weer mijn best voor. Roland Barthes was een denker en schrijver die graag afzag van zijn eigen verantwoordelijkheid voor teksten. Hij verklaarde simpelweg de schrijver dood.

Microstructures are networks that aim to solve persistent social problems in rural or urban areas. These are transdisciplinary networks of inhabitants, entrepreneurs, professionals, and academics who bind their forces to realize an ambition they share in the area concerned. They require small investments in governance which we expect to result in social entrepreneurship and self organisation.

The crisis of representation is felt in both social sciences and democracy. I describe the main features of this crisis and sketch the outlines of a possible way out. Starting from an optimistic viewpoint on what social sciences might accomplish once evolved to a next level, I present a scale for social research that facilitates new ideas about democracy and discuss the notion of ‘public’ as a collection of people that can be identified after an event, because they share common experiences during the event. These experiences are expressed in narratives.

De straat is in de ogen van menig beleidsmaker steeds vaker een sociaal probleem. Al dan niet in samenspraak met burgers stellen overheden gedragsregels of stadsetiquetten op, die zij dikwijls kracht bij zetten met zerotolerancebeleid, extra toezicht en camerabewaking. Burgers worden aangemoedigd elkaar op hun gedrag aan te spreken. Het inschakelen van burgers bij het tot stand brengen van gewenst gedrag op straat kunnen we opvatten als een op het officiële beleid aanvullende strategie, namelijk burgers zichzelf te laten controleren aan de hand van dominante culturele waarden.

Dit artikel gaat in op de mogelijkheden van narratief onderzoek in het opsporen van vraagpatronen van gezinnen, kinderen, wijkbewoners met betrekking tot de kwaliteit van het opgroeiklimaat in hun wijk. Een vraagpatroon is een set van samenhangende vragen en behoeften die burgers uiten naar aanleiding van een levensgebeurtenis, een concrete ervaring of binnen de actuele context waar zij in leven. Voor deze vorm van onderzoek is een vraaganalyse-instrument ontwikkeld om deze vraagpatronen te identificeren. Dit instrument heeft een dubbel perspectief.

2 december van het afgelopen jaar was het dan zo ver: na een voorbereiding op internet kwamen De Vrienden bijeen om als wetenschappers, studenten, ondernemers, bestuurders, politici en andere stakeholders de dialoog aan te gaan en zo wetenschap op de agenda te zetten. Ik heb me in de discussies op internet gemengd en gepoogd om een lans te breken voor de stelling dat wetenschappers maatschappelijke actoren zijn, dat kennisproductie dus een maatschappelijk verschijnsel is en dat het onderzoekend vermogen van een samenleving niet beperkt blijft tot universiteiten en andere kennisinstituten.

Als puntje bij paaltje komt, dan doen we maar wat en daar geven we achteraf betekenissen en bedoelingen aan. We zien dat iets blijkbaar werkt, dus daar gaan we mee door (recursieve processen) en dat iets anders toch niet werkt, dus daar stoppen we dan mee (selecties); maar we voelen ons tegelijkertijd redelijk machteloos, omdat we in wezen niet kunnen weten wat het effect van ons handelen is. Vooral wanneer dingen gebeuren die we toch echt niet zo bedoeld hadden.

In city branding, it is common to start with the question: who do we want to have in our city? In my paper I will present some of the narrative strategies Amsterdam uses to both include and exclude and to legitimise these actions. The question I will address is: what are the narrative mechanisms in the Amsterdam city branding and its slogan I amsterdam?

Leefstijlen en vragen van bewoners veranderen steeds. Inspelen op hun vraag, is inspelen op hun logica, creativiteit en emoties. Vraagverkenning met bewoners is voor professionals in wonen, welzijn en zorg voorwaarde voor vraaggestuurde dienstverlening. Maar waar blijven al die vragen, wat zeggen die vragen ons? Vooralsnog verdwijnen de meeste vragen in de black box van de organisatie. Adequaat inspelen op vragen van bewoners vraagt dan ook om een innovatieve aanpak op systeem- en gedragsniveau.

Met de creatieve industrie als sleutelgebied van het Innovatieplatform en als programma van het ministerie van Economische Zaken wil de overheid de economische potentie van cultuur en creativiteit versterken door het creatieve vermogen van het Nederlandse bedrijfsleven een impuls te geven. Naast imago is economie dus van belang. De overheid meet zichzelf daarbij een voortrekkersrol aan. De veronderstelling is dat door de globalisering alle steden, regio’s en staten op elkaar gaan lijken en dat deze zich dus moeten zien te onderscheiden van elkaar.

“Schoon, heel en veilig” wordt als merklap over de Nederlandse openbare ruimte gedrapeerd. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van die ruimte? Stevenen wij af op een dictatoriale monocultuur op straat? Of hervinden we sociale lenigheid?

Lees verder

Basten (2008). Zero versus Maximum Tolerance. Agora. Tijdschrift voor sociaal-ruimtelijke vraagstukken, jrg 24 nr 4 (34-37).

 

What happens if we look at the naked organization, without its paraphernalia such as logos, buildings and technologies? If we look at organizations as if they were 'just a bunch of people'? Concepts such as aesthetic tribes (Maffesoli), bubbles and globes (Sloterdijk), the scapegoat (Girard) and the homo sacer (Agamben), antisemitism (Bauman) and the silent majorities (Baudrillard) serve as inspiration for interpretive frameworks to look under the organizational garments.

Eind 2005 hield de International Leadership Association (ILA) in Amsterdam voor het eerst  een conferentie in Europa. Julien Haffmans en Floor Basten gingen er naartoe en onderzochten de veronderstellingen over leiderschap die ten grondslag liggen aan opleidingen tot leiderschap. Want, zo rijk als het ILA in het congresprogramma was aan adjectieven voor leiderschap, zo spaarzaam was het in definities daarvan. Die spaarzaamheid leidde tot twee vragen: 1. wat zijn de impliciete, onbesproken definities en 2. welke modellen zijn in opkomst?

Een opstel over open innovatie wordt snel, als we niet oppassen, een verhaal met veel open deuren. Weten we immers niet al lang dat twee meer weten dan één, dat een gewaarschuwd mens voor twee telt en dat een ongeluk nooit alleen komt? Sloterdijk schrijft in Sferen dat de principiële grondstof van ons bestaan de dyade is, elders beschreef ik het zelf als de minimale-twee-heid. En daar ligt dan ook volgens mij de kern van open innovatie: de ontworsteling aan het idee van individualiteit.

Transdisciplinary situations are everywhere. In informal settings people from a myriad of backgrounds co-create meanings in friendships, family affairs, business matters, and so on. In formal settings transdisciplinarity is more explicit. In doctor-patient, teacher-student, governor-governed relations, demarcation lines of diverse fields and levels of knowledge become clearer. Whereas in informal settings validation of knowledge is based on emotional grounds and a common interest, informal settings this validation usually follows the aforementioned lines.

Afrondend rapport over het EU fifth framework onderzoek Education and Training for Governance and Active Citizenship in Europe. De conclusie van het rapport is dat politici, beleidsmakers en onderzoekers een geheel ander discours over actief burgerschap hebben dan mensen die zich actief inzetten voor de samenleving.
 

Pagina's