Independent scholar, cat addict, tattoo lover

“Ik kan met jou de tango niet dansen, er trilt niks bij de heupen”

De titel van dit stukje is een uitspraak van mijn leidinggevende toen ik nog postdoc was. Het zal ergens in 2002 geweest zijn, dus ongeveer twaalf jaar geleden. Ik kan soms lang ergens over nadenken en deze uitspraak is daarvan een case in point: was dit nou seksistisch? Een puzzel die ik vandaag oplos.

Volgens Wikipedia is seksisme “het vellen van een waardeoordeel op grond van iemands sekse”, wat kan leiden tot ongelijke behandeling (discriminatie) en uitsluiting; het heeft niet iets te maken met seks of erotiek. Was “Ik kan met jou de tango niet dansen, er trilt niks bij de heupen” een waardeoordeel? Ja. Was het op grond van mijn sekse? Dat is dus een onderdeel van de puzzel. Want zou hij het ook zo gezegd kunnen hebben als ik een man was geweest? Misschien. De tango is immers ontstaan als dans tussen mannen die op hun beurt in een bordeel moesten wachten.

En toch, heeft seksisme echt niets met seksueel getinte opmerkingen te maken, ook al zijn ze ontkennend geformuleerd? Eerder, in mijn stukje Kennislichamen, onthulde ik dat wetenschappers mensen zijn met een lichaam. Een onthulling dus vooral voor wetenschappers zelf, die dit nog wel eens vergeten. Maar als ze het zich herinneren, dan lijken ook alle remmingen verdwenen en ontstaat een sfeer waarin de studentikoze verwachtingen dat vrouwen er zijn voor het plezier van mannen tastbaar wordt; in het Engels heet dat een laddish culture. Uit het artikel Female Students Facing Sexual Harassment And Groping In University Lad Culture, Says NUS, gepost op 8 maart – internationale vrouwendag – 2013, blijkt dat deze cultuur op universiteiten nog welig tiert onder studenten: “A report into lad culture at university has revealed half of students have experienced ‘prevailing sexism, laddism and a culture of harassment’, with some even dropping out as a result.” Ook de staf lijkt dit gedrag te kunnen vertonen, zoals blijkt uit een onderzoek van de American Philosophical Association onder de filosofen van de University of Colorado Boulder. Volgens de samenvatting van de conclusies zijn studenten en staf tevreden met het academisch niveau en studenten prijzen de toegankelijkheid van de staf, maar:

  • [… T]he committee found that the department has maintained an overall environment “with unacceptable sexual harassment, inappropriate sexualized unprofessional behavior, and divisive uncivil behavior”;
  • The committee noted that this environment has harmed women and men and members of “every stakeholder group” in the department;
  • It was further noted that much of this behavior has resulted in female faculty avoiding the workplace and opportunities to socialize with colleagues and in their leaving or “trying to leave” in disproportionate numbers;
  • The report stated a climate of incivility in the department that has resulted in an unprofessional environment that is teaching graduate students inappropriate methods for handling harmful or unprofessional behavior among students;
  • The report made many recommendations for changes in culture and practice and recommended that “recovery processes be both rigorous and guided.”

Terug naar mijn baas en zijn niet-trillende heupen. Was zijn opmerking überhaupt erotisch getint? Ook dat is onderdeel van mijn puzzel. Ze lijkt immers eerder op een ontkenning van erotische gevoelens voor mij en dat stelde mij meer gerust dan dat het me schokte: ook mijn heupen trilden niet bij zijn aangezicht. En dat hoefde volgens mij ook niet: ik was aangenomen als wetenschapper, niet als danspartner. Wat dat betreft was dit letterlijk een academische discussie: “Academics may be seen as a professional organizational group that is particularly reluctant to acknowledge or reflect upon the embodied aspects of their collective identity practices. The dichotomous and hierarchical opposition that exists between mind and body, intellect and emotion within academia presents the character of the ideal academic in a way which suppresses and subordinates the concept of the body through defining it negatively as unnecessary, intrusive or incidental.”1 Was het dus niet meer dan een onhandige manier om te zeggen dat het volgens hem tussen ons niet klikte? Hmm… daar zijn ook andere varianten op, bijvoorbeeld: “Het klikt niet tussen ons,” of “We zitten wetenschappelijk gezien niet op een lijn,” of “Onze persoonlijkheden botsen.” Allemaal keurige alternatieven zonder tango en heupen. Maar hij koos voor de “met” variant en dat maakte van zijn opmerking niet alleen een seksuele toespeling, maar ook een seksistisch commentaar: hij waardeerde mijn aandeel in onze samenwerking op grond van mijn aantrekkingskracht op hem. En die bleek voort te komen uit zijn idee dat een geslaagde relatie een complementaire relatie is. Zo zit een tango nu eenmaal in elkaar, een afstemming van leiden en volgen. Ik als vrouw had hem als man moeten aanvullen. En toen ik verzaakte, kwam hij dus met die opmerking, waarmee hij me reduceerde tot mijn sekse. Het beoordelen van een vrouwelijke wetenschapper op de wijze waarop zij al dan niet voldoet aan je ideaalbeeld van vrouwelijkheid is seksistisch. Er zijn subtielere en brutalere manier om daar uitdrukking aan te geven, maar ja dus, mijn baas maakte een seksistische opmerking en mijn puzzel is hiermee opgelost.

Ik heb er destijds geen werk van gemaakt, al was het maar omdat ik het te druk had met mijn onderzoek om me met dit soort puzzels bezig te houden; ik schreef het weg als een klunzige opmerking van een ongelukkige man. Maar heeft het toch gevolgen gehad? In elk geval heeft hij zich met onmiddellijke ingang teruggetrokken en zijn aandeel in het onderzoek overgedragen aan een collega. Maar dat was niet alles. Zodra mijn contract verstreek en ik mijn hoofdstuk voor de bundel had ingeleverd, sprong hij als een duveltje weer uit een doosje en nam – waarschijnlijk met trillende heupen – gretig de rol van eindredacteur van de bundel op zich. Daarin heeft hij niet alleen mijn hoofdstuk niet opgenomen,2 maar ook de eerdere hoofdstukken die we samen in tussentijdse bundels hadden geschreven niet vermeld.3 Ik sta weliswaar in de bijlage als een van de onderzoekers uit Nijmegen vermeld, maar niet als de hoofdonderzoeker die ik was. Hij heeft dus, met andere woorden, mijn wetenschappelijke bijdrage volkomen onzichtbaar gemaakt. En hoewel ik nog steeds niet echt onder de indruk ben van zijn anti-avances, is dit wel een vorm van machtsmisbruik die ik hem kwalijk neem.

In- en uitsluiting in de wetenschap loopt langs diverse subtiele lijnen en hangt samen met zichtbaarheid. Nu is het zo dat onzichtbaarheid vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen.4 In die zin was zijn seksisme in elk geval een bijdrage aan het niet voortzetten van een wetenschappelijke carrière aan een universiteit, waar publicaties immers een belangrijk pluspunt in de werving en selectie zijn. Ik ben wel goed terechtgekomen hoor, misschien zelfs wel beter dan wanneer ik op de universiteit was gebleven; maar iemand die iemand anders vanuit de heupen in de rug schiet en uitsluit van kansen zou zich toch eens moeten afvragen waar die overcompensatie nou voor nodig is. Had hij niet gewoon een grote auto kunnen kopen? Of is dat ook seksistisch?

---

1. Bell, E., & King, D. (2010) The elephant in the room: Critical management studies conferences as a site of body pedagogics. Management Learning, 41(4), 429-422 (p. 429).
2. Zie daarvoor Discourses of activism.
3. Zie daarvoor en The Netherlands en Life histories of active citizens in the Netherlands.
4. Zie bijvoorbeeld Het publiek als nieuwe bron van invloed.

 

 

Categorie: