Op 21 november 2014 organiseerde Stichting Eigentijdse Verbindingen de werkconferentie “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst” (meer info hier). De opzet was dat ondernemers in drie rondes over hun initiatief in gesprek gingen met iemand met een eigen perspectief op het dagthema, daarbij geholpen ook door vragen en antwoorden van een publiek. Op het eind van de dag had een ondernemer dus vanuit drie perspectieven de eigen casus doorgenomen.
We hebben die dag veel gehoord over waar de ondernemers zoal mee te maken hebben. Ze zeiden in het afrondend panelinterview veel te hebben gehad aan de gesprekken. Er ontstond wel wat verwarring wanneer je met je ondernemerschap werd beoordeeld op de criteria van een ander, maar het was ook leerzaam om te ervaren hoe waardevol het is om de krachten te bundelen en hoe belangrijk het is dat je waarden deelbaar kunt maken in de taal van alle betrokken partijen. Ook werd het besef genoemd dat een goede focus van je inzet ertoe doet, en dat je eigenlijk ook, misschien impliciet, een maatschappijkritische boodschap hebt als je werkt aan hoe het volgens jou beter kan. De ondernemer als maatschappelijke aanwinst? Jazeker! Je kunt als ondernemer bijdragen aan een algemener welzijn, je kunt als ondernemer ruimte maken voor een betere wereld.
Tegelijkertijd borrelde er een gevoel van onmacht op, want er was nog een andere wereld, eentje van hebzucht en gegraai en eigen-gewin-eerst en na-mij-de-zondvloed. Pessimisme over ‘de ondernemer’, de donkere kant van het ondernemerschap en de maatschappelijke schade is zeker geen empirisch ongefundeerd gevoel, maar is dat het vertrekpunt, zo vroeg ik me af, of onderdeel van de context waar je mee te maken hebt?
Het is gemakkelijk om een pessimistisch beeld van de mens te hebben. “De mensheid leert niet”, verzucht mijn vader nogal eens, en dan haalt hij als voorbeeld de Neurenberger processen aan, met een somber: “We zijn nog niks veranderd.” Ik op mijn beurt moet dan ook altijd een beetje zuchten. “‘De mensheid’ is een veel te ruim begrip”, zeg ik dan, “je bent toch zelf ook een mens en doet toch ook je best om er iets goeds en moois van te maken? En je vertrouwt mij dat toch ook toe? Of zie je me het tegenovergestelde doen?” Dat moet hij gelukkig ontkennen, maar het brede plaatje, waarin heel veel mensen verschijnen die de wereld op z’n minst niet verzieken, vat hij niet. Tegenwoordig schuif ik hem dan het boek Ons betere ik over tafel toe, waarin Steven Pinker onderbouwt hoe we als mensheid door de eeuwen heen steeds minder gewelddadig zijn geworden en dat we nu zelfs in de meest vreedzame periode ooit leven. De media wil ons misschien anders doen geloven, maar die volgen hun eigen logica; een punt dat mijn vader met zijn achtergrond in de journalistiek heel goed begrijpt (het boek slaat hij overigens beleefd af).
Fundamentele veranderingen (in de loop van de jaren dat ik er ben: paradigmashifts, cultuuromslagen en het nu gevestigde ‘kantelen’ en hippere ‘omdenken’ (let ook op de evolutie van zelfstandig naamwoord naar werkwoord)) volgen elkaar niet jaarlijks op, daar gaan soms vele generaties overheen. En als ze plotseling plaatsvinden, dan is er daarna altijd een periode waarin het nieuwe naast het oude bestaat en er tijd nodig is om tot een wederopbouw te komen – echte bevrijding is als het lukt om dat samen te doen. Niemand haalt de perfecte wereld in één keer uit een hoge hoed; Utopia is geen konijn. Dat betekent natuurlijk niet dat de mensheid stilstaat, maar dé mensheid bouwt niet aan één wereld; gemeenschappen van mensen bouwen samen aan meerdere werelden tegelijkertijd en juist daardoor is er dynamiek en ontstaat er van alles waar je je bij aan kunt sluiten. In een mensenleven kun je al heel behoorlijk de fundamenten van jouw ideale wereld mee maken, of je die zelf nog meemaakt of niet.
En zo kan de ondernemer dat ook. Die kan kiezen voor welke maatschappij zij een aanwinst wil zijn. Dat kan de maatschappij zijn zoals die in de media gepresenteerd wordt, maar dat is maar een deel van wat er gebeurt. Iets is niet waar alleen omdat het in de media is. Je kunt je verhouden tot die maatschappij door je erin te voegen, eraan mee te bouwen, haar te willen veranderen of af te wijzen. Maar als je je realiseert dat die maatschappij niet de enige waarheid is en als je goed om je heen kijkt, kennis ligt tenslotte op straat, dan opent zich een wereld aan mogelijkheden voor maatschappelijke vernieuwing waar jij met je ondernemerschap een aanwinst voor bent.
--
[1] Aan het einde van de dag heb ik een panelinterview met de vertegenwoordigers van de casus geleid en vanuit mijn perspectief “Kennis ligt op straat” heb ik daarbij in ruime mate het publiek het woord gegeven. Omdat mijn gedachten tijdens de gesprekken en deze interactieve afronding niet stilstonden, heb ik de laatste drie minuten gebruikt om ze hardop denkend tot een soort conclusie te brengen. Dit korte stukje geeft de kern daarvan weer.